fbpx
Home » Faas Wilkes in Spartashirt: formidabele onemanshow ​op Kasteel blijft eenmalige vertoning ​

Faas Wilkes in Spartashirt: formidabele onemanshow ​op Kasteel blijft eenmalige vertoning ​

10 oktober 2018 - 15:10

In de rubriek Kasteelkanjers wordt het vizier gericht op oudspelers die Sparta in het roodwitte shirt extra kleur hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers belicht Louis Du Moulin ditmaal een om diverse redenen wel heel bijzondere topper: de legendarische Faas (voluit Servaas) Wilkes, die op Spangen in het ‘shirt der shirts’ eenmaal geweldig schittert, klaar lijkt voor een vervolg van zijn glanscarrière als Spartaan, maar dan een andere keuze maakt.  ​

In de aanloop naar de eerste jaargang van de Eredivisie in 1956 heeft trainer Denis Neville met Sparta grootse plannen. Vandaar dat de Britse Kasteelheer zijn zinnen heeft gezet op het binnenhalen van Faas Wilkes, op dat moment – nog voor Abe Lenstra – de meest aansprekende Nederlandse voetbalheld, niet in de laatste plaats vanwege zijn triomfen in de gerenommeerde profcompetities van Italië en Spanje. Om hem te paaien reist Neville af naar Valencia, waar Wilkes bij de gelijknamige Club de Fútbol (afgekort CF) nog onder contract staat, maar ook weg wil om in eigen land mee te kunnen draaien in het opgestarte betaalde voetbal. ​

De geboren Rotterdammer, die als voetballer is getogen bij Xerxes, is inmiddels al bijna 33, nogal blessuregevoelig, staat ook bekend als levensgenieter en toch ziet Neville in  hem de ideale technicus annex koelbloedige afmaker die zijn ploeg naar een hoger niveau kan tillen. Temidden van de vele harde werkers en stoere knapen (denk aan Rinus Terlouw, Ad Verhoeven, Hans de Koning, Wim van der Gijp) moet Wilkes kunnen zorgen voor het nodige vernuft dat ongetwijfeld zal leiden tot meer succes, meent Neville.​

Damesmodezaak
Wilkes hapt in zoverre toe dat hij zich laat uitnodigen voor een gastoptreden bij Sparta, zodat ook hij kan zien wat voor vlees hij in de kuip (!) heeft. De Kasteelclub is hem uiteraard nog goed bekend en wat hem verder aanspreekt is dat hij hier spelende ook terug zal zijn in zijn geboortestad, bij zijn familie en vrienden en waar zijn vrouw Mona graag een damesmodezaak wil openen.​

Op maandagavond 14 mei 1956 is het dan zover. De zwartgekuifde, sierlijke vedette, in sommige kranten bijgenaamd ‘De Spanjaard’, treedt met Sparta aan tegen het elftal van de British Army, dat vrijwel geheel bestaat uit jonge Engelse en Schotse broodvoetballers. Liefst 15.000 nieuwsgierigen bevolken de tribunes van Het Kasteel, want in de dagen vooraf is er in en om Rotterdam flink gespeculeerd over de haalbaarheid van de spectaculaire flirt tussen het ambitieuze Sparta en de al over zijn  hoogtepunt gewaande Wilkes. ​

In zijn eentje
De eerste helft van deze curieuze ‘friendly’ gebeurt er nagenoeg niets, zodat menigeen zich afvraagt waarom er zoveel heisa is gemaakt. Echter, na de thee blijken de Britse gasten ineens ontketend en lopen ze spelenderwijs uit naar 0-4. En dan staat Wilkes op, zoals wel vaker als hij hoogstpersoonlijk heeft vastgesteld dat het moment van ingrijpen is gekomen. ​

Vrijwel in zijn eentje verkleint hij met zijn befaamde dribbels en zijn rake uithalen de achterstand tot 3-4, de toeschouwers spreken direct van een ‘wonderhattrick’ en maken zich op voor een bloedstollende finale waarin de verloren ‘godenzoon’ ook vast nog voor de gelijkmaker zal tekenen. Die in de lucht hangende ontknoping blijft evenwel uit, omdat de taaie Britten toch nog een vijfde goal in petto hebben. ​

Plots richting Venlo
Niettemin geldt dat Wilkes iedereen ten volle heeft overtuigd en dus is het wachten op een akkoord over een contract bij Sparta. Zover zal het alleen nooit komen. De leiding van de Kasteelclub hikt ‘naar verluidt’ aan tegen de transfersom die Valencia CF verlangt, terwijl Wilkes, zeker na zijn formidabele onemanshow op Spangen, de clubs voor het uitkiezen heeft: Alkmaar ’54, NOAD, Blauw Wit en Ajax, allemaal rammelen ze met de geldzak. Dankzij de tussenkomst van Wilkes’ vriend en vooraanstaand fruithandelaar Jas van den Brink raakt ook VVV geïnteresseerd en de Venlonaren kunnen de gelauwerde international wel bieden wat hij denkt waard te zijn: een jaarsalaris van 50.000 gulden.​

Een klein jaar nadat een ander supertalent uit de oerdegelijke Xerxesschool (Coen Moulijn, die uiteindelijk kiest voor Feyenoord) geen Spartaan is geworden, laat ook ex-Zebra Wilkes Het Kasteel links liggen. In Noord-Limburg houdt hij het vervolgens twee seizoenen uit, waarna hij opnieuw verkast naar Spanje om uit te komen voor Levante. ​

Naar Fortuna ’54
In 1959 weet zowaar Fortuna ’54 hem te strikken en daar is Wilkes dan nog drie jaar lang een waardevolle kracht. De voltooiing van zijn loopbaan als prof vindt plaats in de Tweede Divisie bij zijn eerste voetballiefde Xerxes, waar hij in 1964 op veertigjarige leeftijd afzwaait. ​

Opmerkelijk: Wilkes heeft dan een hele rits mooie, toonaangevende clubs (als Internazionale, Torino, Valencia FC) achter zijn naam staan, maar geen enkel kampioenschap. Wel is hij nog heel lang topscorer van Oranje, met 35 doelpunten in (slechts) 38 interlands. Die score had nog veel hoger kunnen uitvallen als de KNVB hem in 1949 niet voor langere tijd had uitgesloten, omdat hij als een van de eerste Nederlanders over de grens om den brode ging voetballen. ​

Wilkes sterft op 15 augustus 2006 op 82-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Fusieclub XerxesDZB eert hem vier jaar later door de nieuwe thuisbasis naar hem te vernoemen: Sportpark Faas Wilkes.​