Historisch gezien: Sparta – N.E.C. uit het verleden

Zoals de naam al aanduidt is de Nijmegen Eendracht Combinatie een fusieclub. Eendracht was in 1900  opgericht door arbeidersjongens, een unicum in de destijds elitaire voetbalwereld. Door een fusie met Nijmegen ontstond in 1910 NEC, dat zich na een armelijk en naamloos amateurbestaan pas laat meldde op het hoogste niveau van het betaalde voetbal. Na jaren in de tweede en eerste divisie acteerden de Nijmegenaren in 1968 voor de eerste maal in de hoogste klasse. De ploeg was lange tijd een goede middenmoter. Met spelers als Theo de Jong en Chris Dekker, later met Frans Thijssen en Jan Peters was NEC een geduchte tegenstander, die in 1972 en 1976 tot zevende plaatsen reikte. Een plotselinge degradatie in 1975 na de onvermijdelijke verkoop van de beste spelers werd direct hersteld. Zo bleef men tot 1983 in de hoogste klasse, maar men eindigde toch steeds diep in de onderste helft. Nog driemaal degradeerde NEC, maar evenzoveel keer kwamen de Nijmegenaren terug. Financieel was er ook vaak een zwakke situatie, met een bijna-faillissement in 1987 als dieptepunt. Na de promotie in 1995 handhaafde NEC zich weer jarenlang op het hoogste niveau. Aanvankelijk was de trots van Nijmegen meestal onderin te vinden, waarbij men via de nacompetities het verblijf in de hoogste klasse kon rekken. De komst van Neeskens als trainer in 2000 bracht veel elan in de Goffert. De resultaten verbeterden zienderogen met een fraaie 5^e plaats in 2003 als beste prestatie ooit. Na dit hoogtepunt werd het echter minder en uiteindelijk moest Neeskens in 2004 enigszins roemloos het veld ruimen. Onder Mario Been timmerde de Nijmeegse club weer flink aan de weg met een mooie campagne in Europa. Sparta maakte in 2014 eigenhandig een eind aan 20 jaren eredivisievoetbal zonder daar zelf overigens in dat seizoen van te kunnen profiteren. NEC promoveerde daarna (in 2015) eerder terug dan Sparta en degradeerde ook weer eerder, twee jaar later.

Ondanks vier Nijmeegse zeges op het Kasteel vanaf 2000 is NEC nog steeds een van de minst succesvolle bezoekers van alle huidige profclubs. Voor 2000 was er slechts tweemaal Nijmeegse winst in Rotterdam, beide malen bij de seizoensopening, in 1968 en in 1989. NEC is wel bezoeker bij feestelijke gelegenheden: tweemaal kwam NEC op 1 april op verjaardagsbezoek en in 1998 luisterden de groenroodzwarten het afscheid van het oude Kasteel op. Bij die gelegenheden namen ze alleen in 1973 een punt mee naar huis. Aan het einde van de 20^e eeuw stond viermaal achtereen een 1-0 op het bord.

In Nijmegen is Sparta iets succesvoller dan NEC bij ons. Het bleef daar zelfs 10 jaar zonder nederlaag tot de 4-2 in maart 2008.

In augustus 1968 kwam NEC voor de seizoenopening met een nieuwe ploeg op bezoek bij het ambitieuze Sparta, dat in de jaren ervoor derde en vijfde was geworden en fors had ingekocht. Er stond een bijna nieuwe voorhoede met Jan Klijnjan, Hans Venneker en Wim Kleinjan naast oudgediende Nol Heijerman. Het openingsoffensief werd voor de ogen van 19.000 kijkers afgeslagen en allengs nam NEC het middenveld in handen. Uitbraken van de snelle Ressel en de van Sparta overgekomen Verdonk stonden aan de basis van een verrassende 0-3 overwinning.

In 1973 kwam NEC op verjaardagsvisite. Het waren toen twee subtoppers, die naar verwachting de bekerfinale zouden bereiken. Dat lukte overigens alleen NEC, dat verrassend verloor van NAC, net als wij in de halve finale. Het was een onvriendelijke bikkelwedstrijd, waarin NEC al na 12 minuten met 0-2 leidde door Frans Thijssen en Cas Janssens. Vechtend kwamen we terug door Heijerman na 25 minuten en Bosveld diep in de tweede helft. We eindigden dat seizoen als vierde.

Op 1 april 1991 kwam NEC (al voor de tweede keer) op het Spartaanse verjaardagsfeest. Het was een puur degradatieduel, dat vanwege gratis toegang door 7000 man bekeken werd. Goed voetbal was niet te zien, want beide ploegen stonden stijf van de spanning. Na een slechte terugspeelbal van Sas werd het al in de 3e minuut 0-1. Een verjaardagscadeau van arbiter Bakker hielp Sparta op weg. Na een luchtduel bleef Houtman op keeper Brookhuis liggen waarna Dennis de Nooijer 1-1 intikte. De woedend protesterende Brookhuis werd op rood getrakteerd. Ondanks het numerieke overwicht had Sparta moeite de wedstrijd te beheersen. Pas een kwartier voor tijd kon Houtman een van de lat terugkomende bal intikken. Toen gooide de teleurgestelde Nijmeegse aanhang een TL-buis kapot in het Nijmeegse doel. Na een schoonmaakpauze van een kwartier zorgde Helder voor 3-1.

De kwartfinale Amstel-cup in februari 2004 begon heel spectaculair met goede kansen voor Hersi en Bechan in de eerste minuut. Daarna gaf NEC de toon aan en creëerde meer gevaar, zoals een kopbal op de lat van Van der Doelen. Sparta wist zich op karakter en met volle inzet te handhaven. In de tweede helft was er verder weinig goed voetbal, maar veel strijd, typerend voor een bekerwedstrijd. Omdat ook Sparta ondanks de werklust weinig kansen schiep was een verlenging onvermijdelijk. Daarin zakte NEC steeds verder weg. Vooral in de tweede verlenging combineerde Sparta zich naar enkele goede mogelijkheden, maar Gentenaar bleef paraat. In de strafschoppenserie pakte Kooiman drie ballen klemvast, waarmee hij Sparta in de halve finale bracht.

In het eerste seizoen terug in de eredivisie in 2016/2017 scoorde NEC niet en verdiende Sparta zes punten. Op het Kasteel had Sparta een groot overwicht dat in twee doelpunten werd uitgedrukt. Na ruim een kwartier scoorde Verhaar, waarna nog enkele goede kansen werden gemist. Na rust was NEC gevaarlijk met een schot op de lat voordat El Azzouzi tien minuten voor het einde aan de onzekerheid een einde maakte met een van zijn schaarse doelpunten. In de uitwedstrijd scoorde Van Moorsel na een half uur, waarna Sparta de minieme voorsprong met soms hangen en wurgen over de streep wist te trekken. De twee zeges waren wel heel belangrijk, omdat Sparta na 34 wedstrijden NEC op doelsaldo voorbleef en daarmee veroordeelde tot de play-offs.