fbpx
Home » Piet van Miert, voor altijd de maker van vijf doelpunten tegen NAC  

Piet van Miert, voor altijd de maker van vijf doelpunten tegen NAC  

19 maart 2018 - 12:30

In de rubriek Kasteelkanjers wordt het vizier gericht op oudspelers die Sparta in het roodwitte shirt extra kleur hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers belicht Louis Du Moulin ditmaal een van de beste spitsen uit de rijke clubhistorie: koele kansenbenutter Piet van Miert, die tussen 1960 en 1965 tal van belangrijke treffers voor SP-AR-TA op zijn naam schreef. Als midvoor van ADO was Van Miert later minder gelukkig: een beenbreuk met veel ‘naweeën’ betekende het voortijdige einde van zijn voetballoopbaan.

We missen vooral een killer, is er dit seizoen veelvuldig vanaf de kant geroepen over de roodwitte hoofdmacht. Wellicht is dat probleem inmiddels door de komst van verse aanvalskrachten verholpen, maar vaststaat in elk geval dat  menig oudere supporter zeker met weemoed zal hebben gedacht aan de midvoor die in de eerste helft van de jaren ’60 zo vaak koelbloedig het net wist te vinden, te weten Piet van Miert. Stond bijna altijd op de goede plek en deed vervolgens precies wat er van hem werd verlangd: scoren!

Van Miert (van 30 december 1938) komt in de zomer van 1960 naar Het Kasteel na bij DHC in de Eerste Divisie al enige furore te hebben gemaakt. Sparta heeft dan net een prachtige periode achter de rug (landstitel jaar daarvoor, bloedstollend Europa Cup-avontuur met Glasgow Rangers) en beschouwt de jonge Delftenaar als een verstandige investering in de naaste toekomst.

KNVB-bekerfinale op Kasteel
Die verwachting maakt Van Miert ook meteen waar, want in zijn eerste dienstjaar als Spartaan komt hij via welgeteld twintig optredens tot liefst vijftien doelpunten. Zijn tweede seizoen sluit hij iets minder imponerend af met dertien competitiegoals, maar daarna volgt nog wel een KNVB-bekerfinale. Tegenstander is zowaar zijn oude club DHC, die geen bezwaren heeft gemaakt tegen het afwerken van de laatste slag om de ‘dennenappel’ op Spangen.

In de stromende regen ontvouwt zich op 20 juni 1962 in de vooravond een geweldig spektakelstuk waarin het alleen blijft ontbreken aan doelpunten. Verlengen dus, in de hoop dat voordat op het drijfnatte Kasteel de duisternis verder spelen onmogelijk maakt  de ‘golden goal’ valt. Die verlossende treffer dient zich al na drie minuten aan wanneer Pietje de Vries met de onbedoelde hulp van DHC-doelman Piet Lagarde zijn ploeggenoot Van Miert in stelling brengt. Pats, boem, 1-0.  ,,Die bal ben ik natuurlijk nooit meer vergeten,” aldus de ‘man of the match’ bijna 56 jaar na dato. ,,Daarna barstte er direct een daverend feest los, wat heel bijzonder was na al die hoogspanning. Over dat doelpunt zelf is nog heel lang nagepraat, omdat de DHC-fans meenden dat de voorzet van De Vries vanachter de achterlijn was gekomen, maar dat was echt  niet zo.”

Winnende goal in de Kuip
De beslissende goal in Sparta’s tweede bekerfinale is voor hem een van de mooiste uit zijn  roodwitte periode,  maar dat geldt ook voor een andere winnende treffer. ,,In  mijn tijd wist Sparta nog geregeld te winnen bij Feyenoord in de Kuip, waar je toch altijd eerst wel even geïmponeerd was door dat enorme stadion met zijn felle publiek.
In het voorjaar van 1964 lukte dat ons ook, toen ik op aangeven van Theo Laseroms 0-1 maakte. Dat gebeurde  na een onverwachte beweging die scheidsrechter Leo Horn op hetzelfde moment bijna net zo uitvoerde Heel apart om te zien was dat, heb ik later nog dikwijls gehoord.”

Vijf doelpunten tegen NAC
Tot de categorie Legendarisch behoort beslist Van Mierts inbreng tijdens Sparta-NAC op 18 november 1962. Het Eredivisieduel staat vooraf in het teken van de krachtmeting tussen de beide talentvolle jeugdige keepers, Pim Doesburg aan Rotterdamse kant, Peter van de Merwe aan Bredase zijde. De morele winnaar mag zich (officieus) eerste kandidaat noemen voor de opvolging van Feyenoordsluitpost Eddy Pieters Graafland in het Nederlands elftal.

Doelpunten zullen schaars zijn, luiden de voorspellingen, niets zal echter minder waar blijken. Het wordt voor 20.000 toeschouwers (zelden vertoond) 5-5 (!) en minstens zo uniek: Piet van Miert verlaat het veld als maker van allevijf de Spartaanse goals. ,,Niemand die met zo’n doelpuntenfestijn rekening had gehouden, dat is een,  ” weet Van Miert nog. ,,Ten tweede was er natuurlijk mijn topproductie. Maar wat het hele verhaal eigenlijk nog meer bijzonder maakt is dat ik aanvankelijk niet stond opgesteld. Normaal gesproken zou die Engelsman, Carl Wilson, hebben gespeeld. Maar die was om onduidelijke redenen verhinderd en toen mocht ik alsnog de wei in! Wat was ik gretig! Zo produktief ben  ik daarna ook nooit meer geweest. Ik geloof ook dat ik nog steeds de enige ben die in de Eredivisie voor Sparta vijf keer in een wedstrijd heb gescoord.”

Naar ADO van Happel
Zijn studie aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Den Haag brengt Van Miert medio 1965 naar ADO. ,,Ik wilde later graag gymleraar wilde worden, dus nam ik die studie zeer serieus en vond het wel zo handig om daarnaast dan in Den Haag te gaan te voetballen. ADO was, met Ernst Happel aan het roer, heel ambitieus en zag het in mij als goalgetter wel zitten , dus zo kwam ik in het Zuiderpark.”

Van Miert is ook in de Haagse voorhoede een gewaardeerde prijsschutter, totdat hij bij de start van zijn tweede seizoen een beenbreuk oploopt tegen Fortuna ’54. ,,Daarna is het eigenlijk nooit meer goed gekomen,” aldus Van Miert. ,,Ik bleef het wel proberen, maar verder dan het tweede kwam ik niet meer. Uiteindelijk ben ik nog vertrokken naar Fortuna in Vlaardingen, omdat ik daar een baan kreeg. Maar het contract voor twee jaar hebben we na twee maanden maar ontbonden, waren we verlost van elkaar.”

Op afstand
Na zijn pensionering is Van Miert neergestreken diep in het Brabantse land, de  geboortegrond van zijn vrouw. Daarvandaan volgt hij Sparta nog wel op de voet, maar daar blijft het ook bij. ,,Ik ben vanzelfsprekend nog altijd geïnteresseerd, alleen merk je dat de binding met de club steeds minder is geworden. Vooral omdat er intussen al vele jongens van mijn generatie zijn weggevallen. Zelf hoop ik het nog wel even vol te houden, want ik word straks dan wel tachtig, ik voel me nog lang niet zo oud.”