fbpx
Home » Sieme Zijm was dolblij met Frank Rijkaard, totdat hij een eind maakte aan zijn verblijf op Het Kasteel

Sieme Zijm was dolblij met Frank Rijkaard, totdat hij een eind maakte aan zijn verblijf op Het Kasteel

02 maart 2021 - 14:10

In de rubriek Kasteelkanjers wordt het vizier gericht op oud-spelers en ex-trainers die het rood-witte shirt van Sparta extra kleur hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers belicht Louis Du Moulin ditmaal linkervleugelverdediger Sieme Zijm, die zich vanaf juli 1999 drie seizoenen lang manifesteert als een zeer gewaardeerde vaste waarde in de hoofdmacht. Degradatie van de Frank Rijkaardbrigade in juni 2002 betekent het betreurde einde van zijn verblijf op Spangen.

Direct nadat Sparta in juni 1999 via een bloedstollende (eerste) nacompetitielijmoedige deelname het Eredivisieschap heeft veiliggesteld krijgt trainer Jan Everse de toezegging dat de selectie danig zal worden versterkt. Tot de aangetrokken verse krachten behoort al snel linksback Sieme Zijm, die overkomt van Toto-divisionist FC Zwolle waar hij heeft samengewerkt met voornoemde Kasteelheer. De blonde verdediger, die drie jaar eerder als eigen kweek van AZ even aan het hoogste niveau heeft mogen ruiken, is 21 lentes jong en geldt als een vlijtig talent waar nog veel rek inzit. Als blijmoedige neo-Spartaan uit de provincie geniet hij niet alleen van zijn nieuwe club, maar ook van Rotterdam. ,,Het leven in de grote stad was aanvankelijk een grote ontdekkingstocht waar ik met volle teugen van genoot. Ik trok veel op met Roy Stroeve, die bij FC Emmen vandaan kwam en ook zijn weg nog moest vinden,” herinnert Zijm zich lachend.

Domper

Op de groene sprietenmat staat hij binnen de kortste keren zijn mannetje. Tegenvaller is alleen dat nog geen vier maanden na zijn komst de man die het helemaal in hem zag zitten, Jan Everse, wordt ontslagen. ,,Voor mij was dat best een domper, omdat ik steeds heerlijk met hem had gewerkt. In mijn ogen was Jan gewoon een hele goeie trainer, die het beste uit zijn spelers wist te halen. Ik was dus graag nog lang met hem doorgegaan.”

Ook onder Everses opvolger Dolf Roks blijft Zijm een vaste waarde, die in zijn eerste Kasteeljaar komt tot 31 optredens in het eerste en drie doelpunten. Hoogtepunt voor hem? ,,Natuurlijk die onvergetelijke 1-2 overwinning op Feyenoord in de Kuip, dankzij die fenomenale slalomgoal van Boukhari. Dat was een stunt van jewelste, die we op dat moment goed konden gebruiken, omdat we  tegen mindere ploegen nogal wat steken hadden laten vallen. Uiteindelijk eindigden we nog keurig als dertiende.”

Tekst gaat verder onder de foto

Wim van Hanegem

De twee daaropvolgende jaargangen verlopen minder voorspoedig, maar bevatten voor Zijm wel voldoende leermomenten om er toch in tevredenheid op terug te blikken. ,,Ik weet nog dat Wim van Hanegem kwam als interim om de boel vlot te trekken. Dat lukte niet echt. Zo verloren we onder meer bij Ajax met 9-0  en waren we ook in andere duels vaak kansloos. In de nacompetite hield het ook allemaal niet over, totdat we op wonderbaarlijke wijze wonnen van Excelsior op Woudestein. Ali Elkhatabi scoorde toen op de valreep na de 3-3 ook nog even de 3-4. Daarna was het leed geleden, stond voor iedereen bij ons vast dat we ons zouden handhaven.”

Vervolgens ziet Zijm een zoete voetbaldroom in vervulling gaan als Frank Rijkaard wordt aangesteld als nieuwe Kasteelheer. ,,Mijn held uit het gouden Oranje van 1988 en eentje van het supertrio van AC Milan Gullit-Van Basten-Rijkaard, die grootheid als mijn trainer, dat was echt het einde. En zo optimistisch als ik was, zo was, denk ik, iedereen bij Sparta.”

Vreemde ingrepen

De praktijk zal echter veel minder rooskleurig blijken te zijn. In de tweede seizoenshelft raakt Sparta het spoor richting veilige haven volledig bijster en  slaat Rijkaard steeds driftiger aan het experimenteren. Routiniers maken plaats voor vers bloed zonder ervaring, menigeen zet zo zijn vraagtekens bij deze ontwikkeling, maar niemand durft ‘godenzoon’ Frank te corrigeren. ,,Soms zag je een nieuwe jongen de kleedkamer en dacht je ‘Leuk, voor hem dat hij mag meetrainen’, bleek even later dat hij meteen in de basis stond opgesteld. Dat soort vreemde ingrepen deed zonder meer iets met de groep, die werd daar echt niet beter van.”

De afloop van het tijdperk Rijkaard is desastreus. Sparta degradeert voor het eerst uit de Eredivisie, harde financiële maatregelen zijn onvermijdelijk. Zijm krijgt van technisch directeur Dolf Roks te horen dat vanwege de verregaande bezuinigingen hij transfervrij mag vertrekken, waarna Go Ahead Eagles hem (en ploeggenoot Bram Marbus) al snel zal inlijven. Zodoende komt aan zijn bestaan als professioneel Spartaan eerder een einde dan hij zich had toegewenst. ,,Ik had begrip voor de geldnood en heb me daarom schappelijk opgesteld. Anders dan sommige andere jongens heb ik meteen afgezien van een ontslagvergoeding, voor dat soort dingen tot het uiterste gaan zit niet in mijn karakter.”

 

Plezier voorop

Geld verdienen is voor hem altijd minder belangrijk gebleven dan het plezier in het spelletje. Vandaar dat Zijm vooral met voldoening kan terugkijken op het vervolg van zijn voetballoopbaan, die als halteplaatsen ook nog Excelsior, FC Dordrecht en FC Emmen kent. ,,Bij alle clubs waar ik heb gespeeld heb ik het naar mijn zin gehad,” weet Zijm. ,,Komt omdat ik me altijd gemakkelijk aanpas en in dienst van het elftal denk. Zakelijk gezien had ik misschien meer kunnen bereiken, maar ik ben tevreden met  de meer dan 320 wedstrijden betaald voetbal achter mijn naam en het feit dat ik iedereen overal recht in de ogen kan kijken.”

Ambities

Ambities als trainer (thans van eerste klasser-zo sv Den Hoorn en als assistent bij AZ Onder 18) heeft Zijm nog wel degelijk. ,,Bij een betaald voetbalclub nog een keer fulltime aan de slag gaan, dat lijkt me fantastisch. Want wat is er mooie om iedere dag als trainer op het veld te staan? Of het er ooit van komt?  Wie weet, maar tegelijkertijd zeg ik ook dat je realistisch moet blijven en niet moet vergeten dat er  veel meer volledig gediplomeerde trainers rondlopen dan dat er werkplekken zijn.”