fbpx
Home » Gerard van der Lem voelde zich bij Sparta als een vis in het water

Gerard van der Lem voelde zich bij Sparta als een vis in het water

24 april 2019 - 10:00

In de rubriek Kasteelkanjers wordt het vizier gericht op oudspelers die Sparta in het roodwitte shirt extra kleur hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers belicht Louis Du Moulin ditmaal vleugelspits Gerard van der Lem, die in het merkwaardige  seizoen ’79-’80  de nodige steentjes bijdroeg aan het uiteindelijke lijfsbehoud van SP_AR-TA in de Eredivisie. Onlangs verscheen zijn buitengewoon avontuurlijke levensverhaal in boekvorm.​

In zijn eerste seizoen als Kasteelheer (’78-’79) loodst Mircea Petescu Sparta naar een keurige zesde plaats. Waarna de verwachtingen voor de daaropvolgende jaargang, met de befaamde doelpuntenmachine Ruud Geels als nieuwe versterking, hooggespannen zijn. De praktijk pakt echter anders uit. De Roemeense oefenmeester krijgt de rood-witten maar niet aan de praat en moet halverwege de rit de technische leiding overdragen aan zijn assistent Hans Eijkenbroek. Deze ras-Spartaan wijkt al snel voor sterke man Hans Kraay (Sr.), die het op Spangen nog geen week volhoudt. Gevolg: Eijkenbroek neemt weer tijdelijk de honneurs als hoofdtrainer waar, totdat begin maart de ervaren Joop Brand wordt aangesteld om Sparta voor dreigende degradatie te behoeden. ​

Geert Meijer
Ongeveer gelijktijdig weet de clubleiding de  door de wol geverfde buitenspelers aan te trekken, met als doel om Geels eindelijk meer in stelling te brengen: de eerste is Geert Meijer, die van Ajax naar Bristol City is verhuisd, maar daar zijn draai niet heeft gevonden. De andere is Gerard van der Lem, die bij Feyenoord op een zijspoor is geraakt door de opmars van collega-rechterspits Richard Budding en wordt gehuurd.​

De twee routiniers hebben eerder de meeste furore gemaakt bij FC Amsterdam, met onstuimig speerpunt Nico Jansen in hun midden. Met het trio Meijer-Geels-Van der Lem beschikt Sparta plotseling over een ‘droomvoorhoede’, die ook de rest van de’Brandbrigade’ binnen de kortste keren tot beter presteren in staat stelt. ​

Prachtig shirt
Met name laatstgenoemde, spelend op rechts met achter zich de veelvuldig kordaat opkomende Bert Jansen, voelt zich op Het Kasteel als een vis in het water. ,,Het begon voor mij al met dat prachtige shirt en die kousen met de roodwitte ringen,” herinnert Gerard zich een kleine veertig jaar na dato onmiddellijk. ,,Voor dat soort dingen ben ik altijd gevoelig geweest. Het leek ook wel of ik er extra energie van kreeg als ik dat tenue aantrok. Ik wilde er tegenaan!” ​

De strijd om de broodnodige punten blijft tot op de slotdag pittig, maar de gewenste resultaten worden wel geboekt. ,,We draaiden op een gegeven moment als een tierelier en klommen op tot boven de fatale streep,” aldus Van der Lem. ,,Maar het mooiste was dat we daarnaast de halve finale van de KNVB-beker haalden. Het eerste deel daarvan wonnen we thuis met 1-0 van Feyenoord door een doelpunt van Adri van Tiggelen. We dachten toen even die cup te pakken, maar in de Kuip werden we eventjes met 4-0 afgedroogd. Een troost voor mij was dat Feyenoord later de finale won van Ajax met 3-1, kreeg ik toch nog een winstpremie.”​

Tekst gaat verder onder de foto

Te hoge transfersom
In zijn biografie, opgetekend door de bekende voetbaljournalist Edwin Struis, bekent Van der Lem dat hij dolgraag langer bij Sparta was gebleven. ,,Probleem was alleen dat Feyenoord had gezien dat ik ineens veel beter kon en daarom de transfersom had verhoogd. Sparta kon die jammer genoeg niet betalen, dus moest ik weg en ben toen naar FC Utrecht gegaan. Maar goed, die korte tijd op Het Kasteel blijft voor mij toch echt onvergetelijk. Wat een sfeer was daar in het spelershome! Een voorbeeldje: de avond nadat we ons hadden veilig gespeeld werd er voor iedereen Chinees gehaald, het biljart werd vrijgemaakt, de plastic bordjes klaar gezet en daarna was het bal tot in de kleine uurtjes.”​

Louis van Gaal
In het gebundelde levensverhaal ‘Gerard van der Lem: Mijn jaren met Louis van Gaal, Pep Guardiola, José Mourinho en andere wereldsterren’ neemt de ‘episode Sparta’ slechts weinig ruimte in beslag. Logisch, want het thans 66-jarige Amsterdamse voetbaldier heeft, zoals de titel al suggereert, ‘oneindig’ veel meer te vertellen en bijna alles daarvan is bovengemiddeld interessant. Wat immers gedacht van alleen al zijn belevenissen met de eigenzinnige Louis van Gaal (zowel bij Ajax als bij FC Barcelona), die Van der Lem de perfecte rechterhand (‘Rechtdoorzee en loyaal’) noemt.​

En dan zijn er nog zijn onalledaagse ervaringen als hoofdtrainer in  exotische ‘buitengewesten’ als Cyprus (Apollon Limasol), Saoedie Arabië (bondscoach) en de Verenigde Arabische Emiraten (Al Sharjah) . ​

Vier keer hartstilstand
Zijn meest bijzondere avontuur is misschien wel geweest in Koeweit, niet op het voetbalveld, maar op weg naar en in het ziekenhuis. Op tweede kerstdag 2002 moet Van der Lem daar tot vier keer toe (!) een hartstilstand zien te overwinnen. ,,Wat me dus met pijn en moeite is gelukt, want ik voelde me al gaan. Even later bracht CNN ook nog eeens het nieuws naar buiten dat ik al was overleden. Maar, dankzij een wonderschone cardiologe die ik nog net in haar bruine ogen kon kijken en die me geruststelde, heb ik het gered,'” zal Van der Lem (vanzelfsprekend) altijd bijblijven. ,,Het is mooi dat met dit boek  al die  gebeurtenissen op een rij zijn gezet. Voor mij persoonlijk had het niet gehoeven, ik heb dit gedaan voor mijn  kinderen en kleinkinderen, zodat ze wat meer over hun vader en opa te weten komen.”​

Inmiddels ligt zijn  laatste klus als coach alweer een kleine tien jaar achter hem en acht hij de kans dat hij nog een keer als zodanig in actie komt minimaal. ​

Bijzaak
Van der Lem geniet liever van het vrije leven, is het niet als toeschouwer op de tribune of op de bank dan wel als pensionado in zijn  huis aan de Spaanse kust. ,,Normaal brengen mijn vrouw en ik daar wel zo’n vijf maanden per jaar door, maar nu ligt dat even anders. Onze dochter is ernstig ziek en we weten niet of ze het gaat redden. Daarom willen we zoveel mogelijk dichtbij bij haar zijn en is al het andere maar bijzaak.”              ​