Home » Kasteelkanjer Sparta-Go Ahead: Andries van Dijk

Kasteelkanjer Sparta-Go Ahead: Andries van Dijk

25 augustus 2016 - 00:00

Na de legendarische Wim Landman en vòòr het 'supertrio'

Tonny van Leeuwen-Pim Doesburg-Jan van Beveren heeft Sparta nog een klassekeeper 

die nogal in het vergeetboek is geraakt: Andries van Dijk, die in 1954 van

Xerxes naar Het Kasteel komt en in 1962 tot veler verbijstering de wijk neemt

naar de Kuip. Tussentijds is hij een meer dan solide sluitpost, die met de

Denis Neville-brigade onder meer de KNVB-beker (1958) en de landstitel (1959)

wint en in de kwartfinale van de Europa Cup (1) in Glasgow zijn ploeg naar een

voor onmogelijk gehouden 0-1 zege op de Rangers loodst.

Van Dijk keept daar (Ibrox Stadium, 16 maart 1960) voor 85.000

toeschouwers de wedstrijd van zijn leven. Sparta mag zich opmaken voor een

beslissende pot tegen de Schotse profs in Londen, die helaas met 3-2 verloren

gaat

.

Oranje

Van Dijk (van 11 september 1935) moet in die dagen zijn

25-ste verjaardag nog vieren, maar heeft dan reeds zijn grootste successen op

zak, zo zal later blijken. Onder de lat beslist betrouwbaar èn een showbink

(zie zijn opvallende truien, speelgoedaapje als mascotte),maar toch ook

blessuregevoelig maakt dat hij lang niet het uiterste uit zijn carrière weet te

halen. Hierdoor blijft het Nederlands elftal voor hem onbereikbaar en dat juist

op het moment dat bondscoach Elek Schwartz hem wil opstellen in Oranje, omdat

zijn eerste keuzes Frans de Munck (DOS) en Eddy Pieters Graafland (Feyenoord)

ook al hebben afgezegd wegens lichamelijke mankementen. Een dergelijke

'pakkans' zal zich daarna niet meer voordoen, vooral door de sterke optredens

van zijn collega van 'Zuid'.

Bij Sparta heeft Van Dijk vanuit de lappenmand eerder ook al

moeten meer moeten toekijken dan hem lief is. De eerste helft van het seizoen

'57-'58 kan hij niet in actie komen, waardoor Denis Neville moet teruggrijpen

op veteraan Fred Mühring en de onervaren Sytse Hofstee.

Jayne Mansfield

Laatstgenoemde verdedigt het roodwitte doel onder meer in de

historische thuiswedstrijd tegen DOS op 13 oktober 1957, waarbij de Amerikaanse

filmster Jayne Mansfield de aftrap komt nemen. De arme Hofstee moet toezien dat

de Utrechtse spits Tonny van der Linden de Spartaanse defensieleider Rinus

Terlouw helemaal doldraait en moet liefst zeven keer vissen. Hoe anders zou die

al veel beschreven Kasteelmiddag zijn verlopen als de oerdegelijke Andries van

Dijk wel als allerlaatste man van de partij was geweest?

Zijn 'ruzies met zijn lichaam' beginnen hem echt op te

breken wanneer er op Spangen een nieuw toptalent zich aandient in de persoon

van Tonny van Leeuwen (1943). In het seizoen '60-61 is Van Dijk hem nog de

baas, de daaropvolgende jaargang krijgt de jonge krachtpatser uit Gouda steeds vaker

de voorkeur. Waarop Van Dijk (letterlijk) eieren voor zijn geld kiest en zowaar

naar de andere Maasoever verkast om daar ook plaats te nemen op de bank. Want

Eddy PG, met wie Feyenoord net twee keer landskampioen is geworden, is nu

eenmaal onomstreden. De andere stand-in in de Kuip, Bert Kik, weet er alles

van: hij verschijnt over een periode van tien jaar als reservedoelman

(1960-1970) maar een enkele keer onder de lat. 

Weer Xerxes

Na een jaar houdt Van Dijk het op Zuid voor gezien en keert

terug naar zijn eerste voetballiefde Xerxes, dat begonnen aan een imponerende

opmars die zal leiden tot het eredivisieschap. Zodoende speelt Van Dijk in het

seizoen '66-'67 weer op het hoogste niveau zijn thuiswedstrijden op Het

Kasteel, waar de 'Zebra's bij gebrek aan een geschikte eigen accommodatie zijn

komen inwonen. In het uitduel tegen Sparta op Spangen kan Van Dijk niet

verhinderen dat zijn oude club aan het langste eind trekt (2-0), daarna houden

nieuwe blessures hem al snel andermaal voor langere tijd aan de kant. Met als

gevolg dat weer een popelende talentvolle jongeling zijn plek voorgoed zal

innemen, zijnde Eddy Treijtel.

Hiermee komt er voor Andries van Dijk een vrij roemloos

einde aan een zo mooi begonnen loopbaan als prof, die hij buiten het veld nog

kracht heeft bijgezet als lid van het eerste bestuur van de spelersvakbond

VVCS. Begin februari 1984 haalt Van Dijk voor het laatst uitgebreid de

nieuwskolommen als hij, 48 jaar oud, op de N210 bij Krimpen met zijn auto

verongelukt. Het is dezelfde weg waar acht jaar eerder voormalig ploeggenoot

bij Sparta en Xerxes Ad Verhoeven zich dood reed.

Na een jaar houdt Van Dijk het op Zuid voor gezien en keert

terug naar zijn eerste voetballiefde Xerxes, dat begonnen aan een imponerende

opmars die zal leiden tot het eredivisieschap. Zodoende speelt Van Dijk in het

seizoen '66-'67 weer op het hoogste niveau zijn thuiswedstrijden op Het

Kasteel, waar de 'Zebra's bij gebrek aan een geschikte eigen accommodatie zijn

komen inwonen. In het uitduel tegen Sparta op Spangen kan Van Dijk niet

verhinderen dat zijn oude club aan het langste eind trekt (2-0), daarna houden

nieuwe blessures hem al snel andermaal voor langere tijd aan de kant. Met als

gevolg dat weer een popelende talentvolle jongeling zijn plek voorgoed zal

innemen, zijnde Eddy Treijtel.

Hiermee komt er voor Andries van Dijk een vrij roemloos

einde aan een zo mooi begonnen loopbaan als prof, die hij buiten het veld nog

kracht heeft bijgezet als lid van het eerste bestuur van de spelersvakbond

VVCS. Begin februari 1984 haalt Van Dijk voor het laatst uitgebreid de

nieuwskolommen als hij, 48 jaar oud, op de N210 bij Krimpen met zijn auto

verongelukt. Het is dezelfde weg waar acht jaar eerder voormalig ploeggenoot

bij Sparta en Xerxes Ad Verhoeven zich dood reed.