fbpx
Home » Kasteelkanjers: Jan Klijnjan, Het Kanon waar Johan Neeskens geen vat op had

Kasteelkanjers: Jan Klijnjan, Het Kanon waar Johan Neeskens geen vat op had

18 januari 2017 - 00:00

Vanuit het niets is daar Jan Klijnjan. In de volle Jupiler Lounge wordt de inmiddels 71-jarige oud-speler door lang niet iedereen meer herkend. Maar gezeten in zijn scootmobiel is het voormalige Kanon van het Kasteel wel snel het middelpunt van belangstelling bij de aanwezige ploeggenoten van weleer, onder wie de erkende grappentappers Hans Bentzon en Hans Hazebroek. Het weerzien na zoveel jaren is zo vrolijk en hartverwarmend dat de speciale gast er emotioneel van wordt. ,,Mooi om zo te mogen terugkeren,'' grijnst 'onze Jan' zichtbaar geroerd. ,,Dit zal zeker niet de laatste keer zijn.'' 

Eindelijk heeft Klijnjan dus de weg naar Spangen hervonden. Tussen zijn laatste optreden in het 'shirt der shirts' (20 mei 1973, 0-5 bij FC Den Bosch, een doelpunt) en deze verrassende visite is er vanzelfsprekend veel gebeurd in zijn leven. Een belangrijk sleutelmoment is geweest het herseninfarct dat hem eind augustus 1988 zwaar trof, waardoor hij gedeeltelijk werd verlamd en zijn job als beheerder van een tennishal in zijn geboorteplaats Papendrecht moest opgeven.  

 

Heupellende

Klijnjan knokte zich vervolgens flink terug, maar bleef wel op heftige tegenslagen stuiten, zoals zijn echtscheiding en de buitengewoon hardnekkige heupproblemen, die hem alweer veel te lang tot invalidenvervoer hebben veroordeeld. ,,Wat Jan allemaal met die heup is overkomen is te bizar voor woorden,'' aldus zijn vriend en begeleider Victor Benjamins. ,,Maar het moet een keer goed komen, Jan is ervan overtuigd dat hij straks weer kan autorijden en nog veel meer weer kan ondernemen.'' 

Veel contact met andere ex-vedetten dan wel mindere voetbalgoden heeft elfvoudig international Klijnjan niet meer. Ex-trainer Piet deVisser, inmiddels tachtigplusser zoekt hem nog wel eens op om mooie herinneringen op te halen. Niet zo heel moeilijk, omdat dit Zeeuwse voetbaldier altijd idolaat is geweest van zijn onder hem bij DFC getogen pupil.,,Na Johan Cruijff is Jan Klijnjan het grootste talent dat er op de Nederlandse velden rondloopt,'' heeft De Visser in de eerste helft van de jaren zestig meer dan eens geroepen.  

 

Feyenoord

Klijnjan breekt dan door als 16-jarige eigen kweek door bij de Dordtse eerstedivisionist via meteen drie treffers bij zijn debuut in de hoofdmacht en aansluitend louter overtuigende optredens als tweebenige spel- en doelpuntenmaker. Als een van de zeldzame niet-eredivisiespelers haalt hij het Nederlands elftal, het kan niet anders dan dat hij het hogerop zal zoeken. De Visser ziet hem graag naar Feyenoord gaan, maar het wordt Sparta, waar trainer Wiel Coerver hem in de zomer van 1968 enthousiast welkom heet.  

 

Bij de Kasteelclub beleeft Klijnjan vijf uitstekende jaren in kleurrijke elftallen met onder anderen Jan van Beveren (al gauw zijn maatje), Nol Heijerman, Hans Eijkenbroek, Jorgen Kristensen, Janusz Kowalik, Charly Bosveld, Pim Doesburg en Hans Venneker. Persoonlijk hoogtepunt is wellicht de dubbele KNVB-bekerfinale tegen Ajax in mei 1971. Met name in de eerste uitputtingslag in de afgeladen Kuip schittert Klijnjan op de toppen van zijn kunnen en laat hij zijn directe bewaker Johan Neeskens geregeld zijn hielen zien.  

Ferenc Puskas

Sparta's nummer 10 is dan ook voor de wereldberoemde Ferenc Puskas, die als coach van Panathinaikos mede-Europa Cupfinalist Ajax is komen bekijken, de man van de wedstrijd. Letterlijk zegt het voormalige Gouden Linkerbeen van Hongarije en Real Madrid: ,,Ik heb genoten van Piet Keizer, Nico Rijnders en Johan Cruijff. Maar de beste van allemaal was Jan Klijnjan van Sparta.'' 

Kort na de (in het Olympisch Stadion) verloren tweestrijd met de Amsterdammers maakt Kasteelheer Georg Kessler zijn vertrek naar het grote Anderlecht bekend. Met hem verliest Klijnjan de trainer die zijns inziens het beste in hem en in Sparta boven wist te halen. ,,We zaten dicht tegen de absolute top aan. Was Kessler gebleven, dan hadden we die laatste stap misschien nog wel gezet,'' bekent Klijnjan in een eerdere terugblik op zijn roodwitte jaren.  

 

Frankrijk

Voorjaar 1973 denkt Ajax aan hem als opvolger van de niet meer te houden Cruijff. Echter, tot veler verbazing verkast Klijnjan naar Frankrijk, waar provincieclub FC Sochaux hem een aanbieding heeft gedaan die hij niet kan weigeren. Sportief in die gloriejaren van het Nederlandse clubvoetbal is die transfer bepaald geen verbetering, financieel daarentegen reuze interessant. Bovendien, zal blijken, bevalt de Franse levensstijl hem en zijn Mary opperbest. Klijnjan voetbalt bij FC Sochaux drieënhalf jaar, wordt zeer gewaardeerd en maakt er vrienden voor het leven. ,,Elk jaar is daar een grote reünie, waar ik altijd moest zijn. Ik heb er niet een gemist, totdat ik in 2013 vanwege mijn heup echt niet kon komen,'' aldus 'Petit Jean', die na 'Frankrijk' terugkeert naar Dordrecht om bij de FC nog dik twee seizoenen te gaan afbouwen daar waar zijn fraaie voetballoopbaan ooit begon, aan de Krommedijk.