fbpx
Home » Kasteelkanjers: Jannie Schilder

Kasteelkanjers: Jannie Schilder

14 april 2020 - 16:00

Onderstaand stuk komt uit Pro Sparta van 2017.

In de rubriek Kasteelkanjers wordt het vizier gericht op oudspelers die Sparta in het roodwitte
shirt extra kleur hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers belicht Louis Du Moulin ditmaal de legendarische ex-verdediger Jannie Schilder, die tussen 1957 en 1961 deel uitmaakte van het succesvolste naoorlogse Spartateam. De ‘Reus van Volendam’ , inmiddels 81 jaar en nog altijd gezond, bewaart aan zijn Rotterdamse jaren zijn allermooiste voetbalherinneringen.

De onvergetelijke ‘glamourwedstrijd’ Sparta-DOS (denk aan Jayne Mansfield, uitslag 1-7)  maakt op 13 oktober 1957 vooral duidelijk dat aan Rotterdamse zijde het tijdperk Terlouw voorbij is. Rinus de Rots, zoals de bijnaam van de roodwitte mannetjesputter luidt, wordt als het ware verpulverd door de ongrijpbare, naar hartelust scorende Utrechtse midvoor Tonny van der Linden. De reputatie van de bikkelharde spil is alleen zo indrukwekkend dat het nog wel een paar vier maanden zal duren voordat trainer Denis Neville hem afschrijft. Dat terwijl Sparta zijn opvolger allang in huis heeft, weet heel Nederland. Zijn naam: Jannie (Johannes Clemens) Schilder, die is weggeplukt bij eerstedivisionist Volendam. De Kasteelclub heeft het ongekende transferbedrag van 100.000 gulden betaald voor de bijna twee meter lange verdediger, menige brave burger spreekt er schande van in de trant van ‘Heeft dit nog wel met sport te maken?’

Twee doelpunten
Schilder maakt een week na de dramatische partij tegen DOS zijn debuut in de hoofdmacht, maar nog niet als vervanger van Terlouw. Neville gebruikt hem tegen het bezoekende Rapid JC als gelegenheidsspits, wat de Volendamse reus die middag goed bevalt, want hij met twee doelpunten ontpopt hij zich meteen als matchwinner. Nadat eind februari Terlouw zijn laatste pot voetbal voor Sparta heeft gespeeld komt Lange Jannie dan toch vast op diens plek te staan en blijkt hij al gauw een waardige opvolger. ,,Slechts met een helicopter in de lucht te kloppen,’’ signaleert een jeugdige Jules Deelder, eerder idolaat van de onverzettelijke Rinus, nu ook van de ‘torenhoge’ Jannie.

Aan het eind van zijn eerste seizoen schrijft Schilder met Sparta geschiedenis middels het (voor het eerst) binnenhalen van de KNVB-beker. Hoogstpikant is dat  op 26 juni 1958 de andere finalist in het Olympisch Stadion ‘zijn’ Volendam is. Ofwel hij die als eerste speler het Noord-Hollandse palingdorp heeft verruild voor een (semi-)profbestaan elders moet het opnemen tegen zijn dierbare dorpsgenoten. Directe opponent is nota bene zijn boezemvriend Dick Tol, ook wel De Knoest genoemd, die al grote faam geniet als koelbloedige doelpuntenmachine, maar nooit is ingegaan op lucratieve aanbiedingen ‘uit het buitenland’.

Staande ovatie
Tot verdriet van de liefst 7000 Volendammers op de tribune speelt ‘overloper’ Schilder z’n maatje Tol helemaal uit de wedstrijd en draagt hij zo flink bij aan het uiteindelijke Spartaanse succes, een zwaarbevochten 3-4 zege. Ondanks de grote teleurstelling bij de aanwezige ‘wijdbroeken’ tracteren ze  Schilder na afloop op een staande ovatie. ,, Een rare gewaarwording natuurlijk,’’ herinnert Lange Jannie zich als de dag van gisteren. ,,Een beetje veel eer ook, omdat het van ons een onvervalste teamprestatie was, zoals zo vaak. We hadden daarbij nog het nodige geluk gehad. Een eigen doelpunt van Klaas Karregat bracht ons op een 2-1-voorsprong en met Jaap Keizer stond er bij Volendam een keeper in het doel met een aantal bijzonder zwakke momenten.’’

Bescheiden feestje
Een klein jaar later is de Spartaanse vreugde nog veel groter als met vrijwel dezelfde ploeg  zowaar de landstitel (nummer zes in de clubhistorie) wordt veroverd. De duizenden supporters zijn onder meer op de Coolsingel (primeur!) door het dolle, maar spelers en bestuur vieren die mijlpaal eigenlijk maar op bescheiden, zoniet sobere wijze, haalt Schilder zich nog altijd als opmerkelijk souvenir voor de geest. ,,Sparta was nu eenmaal stijve, nogal deftige club en een hoop jongens van onze ploeg dronken zelfs niet eens een biertje, laat staan andere alcohol. Mijn eigen feestje heb ik vooral kunnen bouwen in en met Volendam, dat rond diezelfde tijd kampioen was geworden van de Eerste Divisie.’’

Retour Volendam
Nog tot medio 1961 blijft Schilder vaste (meer)waarde voor Sparta en wel zodanig dat zijn eerste voetballiefde bij hem om de hoek alles in het werk stelt om hem terug te kopen. Voor welgeteld 105.000 gulden laat de Kasteelclub hem niet zonder spijt gaan. Waarna de ‘verloren zoon’ nog zeven seizoenen zich manifesteert als belangrijkste steunpilaar in de Volendammer defensie. ,,Hoogtijdagen waren dat niet meer, die heb ik toch echt wel in Rotterdam beleefd. Voor mijn gevoel ben ik dan ook altijd Spartaan gebleven.’’