fbpx
Home » Kasteelkanjers: Tinus Bosselaar

Kasteelkanjers: Tinus Bosselaar

04 september 2018 - 14:58

In de rubriek Kasteelkanjers wordt het viziergericht op oudspelers die Sparta in het roodwitte shirt extra kleur hebben gegeven. In de rij der memorabele smaakmakers belicht Louis Du Moulin ditmaal – op veler verzoek – Tinus Bosselaar, de in juni op 82-jarige leeftijd overleden SuperSpartaan, die bijna zijn hele leven lang met verve zijn dierbare club op allerlei wijzen heeft gediend en vertegenwoordigd.

Het roemruchte Rood-Witte Mannendiner was jaar in jaar uit nooit compleet als Tinus Bosselaar niet nog even met zijn pikante moppentrommel tekeer was gegaan. ,,Het zit namelijk zo,” stak hij maar al te vaak serieus van wal, waarna dan de meest schuine grappen uit zijn mond konden komen. Of ze wel gepast waren in dit selecte gezelschap met vele echte heren vroeg hij zich nooit af. Tinus wist dat hij als geen ander een potje kon breken en ook dat het traditionele samenzijn meestal wel een portie humor van de straat kon gebruiken. Vaststaat sowieso dat er atijd een groot verschil was tussen de ‘strakke’ avond voor Bosselaars optreden en het restant erna, wanneer iedereen zich had helemaal ‘los’ had gegierd.​

Zijn rol als vaste moppentapper is slechts een van de zeer vele manieren waarop Martinus Bosselaar de medemens in het algemeen en de Spartanen in het bijzonder altijd heeft geprobeerd te vermaken. Veruit de meeste indruk maakte hij als voetballer en dat reeds op vroege leeftijd: Tinus’ bijzondere balvaardigheid brengt hem al op zijn tiende vanuit het o zo volkse Crooswijk naar het chique Sparta in Spangen. ​

Naar Feyenoord​
De kleine Bosselaar blinkt aan de lopende band uit met zijn fantastische dribbels, meestal op de linkerflank. Zijn debuut in de Spartaanse  hoofdmacht is slechts een kwestie van tijd, totdat er in 1954 plotseling een kink in de kabel komt. Bosselaar is geselecteerd voor het Nederlands jeugdelftal dat afreist naar Turkije, maar krijgt van het Spartabestuur geen toestemming om mee te gaan. ​

Tinus is daarover zo verdrietig en boos dat hij overweegt helemaal te stoppen met voetbal. Zijn vader vertelt dat in de kroeg aan Feijenoorddoelman Henk Bijl, die prompt alles in het werk stelt om  hem naar de Stadionclub te loodsen. Even later speelt Bosselaar ook inderdaad in het andere rood-wit’ van Zuid, alwaar hij zich dusdanig manifesteert dat hij  in 1955 mag debuteren in het grote Oranje tegen België. ​

Ondanks alle succes en erkenning voelt Tinus zich ‘op de boerenzij’ niet zo op zijn gemak als eerder op Het Kasteel. In zijn contract met Feijenoord staat dat in geval van heimwee hij altijd ‘om niet’ terug mag naar Sparta. ​

Het is die aparte ontsnappingsclausule die  hem medio 1956 de mogelijkheid biedt om weer voor zijn eerste voetballiefde uit te komen. Tot geweldige ergernis van de  Feijenoordleiding die onder aanvoering van voorzitter Cor Kieboom net is begonnen aan een ambitieuze doorontwikkeling van de club.​

Spartaanse hegemonie​
Dankzij de rentree van Bosselaar bij Sparta slaat in de ‘strijd om de hegemonie van Rotterdam’ de balans voorlopig om in het voordeel van de Spangenaren. Want trainer Denis Neville is zeer gecharmeerd van de behendige ‘spijtoptant’ en maakt hem belangrijk, ook al kan hij zich soms vreselijk ergeren aan zijn balverliefdheid. ,,Tinus, we spelen vandaag met twee ballen. Eentje voor jou en eentje voor de rest van het elftal,” zet de Britse Kasteelheer hem dan op zijn nummer.​

Sparta verovert in 1958 voor het eerst de KNVB-beker en wordt een jaar later voor de zesde maal landskampioen. De Denis Nevillebrigade is in deze periode een puzzel die keer op keer blijkt te kloppen, Bosselaar geregeld een van de meest opvallende stukken. Voetbalgeschiedenis schrijft hij op 23 augustus 1959 in de beladen stadsderby in de met ruim 63.000 toeschouwers volgelopen Kuip. ​

Ammehoela!
Hoe dat zo? In de slotfase, bij de stand 0-0, geeft Feijenoordgoalie Eddie Pieters Graafland alvorens uit te trappen Spartaan Wim van der Gijp nog even een vriendschappelijk tikje op zijn achterste. Strafschop!, beslist scheidsrechter Leo Horn, tot grote verbijstering van eigenlijk iedereen. Specialist Bosselaar moet hem nemen! Voormalige ploeggenoten als Henk Schouten roepen hem toe: ‘Joh Tinus, die schiet je toch zeker wel over?’  Maar wat denkt Tinus? Letterlijk: ‘Ammehoela!’ en knalt de bal langs Eddie PG. Dan zijn de rapen zijn compleet gaar, het woedende Legioen is amper in bedwang te houden, Leo Horn moet onder bescherming het veld verlaten. De ongekende supportersuitbarsting is voor Feyenoord aanleiding tot het nemen van veiligheidsmaatregelen die in etappes zullen leiden tot de overbekende spelerstunnel. ​

Verse waar
Bosselaar wint met Sparta nog twee keer de ‘granaatappel’  (1962 en 1966) en kroont zich zodoende tot meest succesvolle naoorlogse Spartaan. Na de laatste KNVB- bekertriomf (met zo’n 250 wedstrijden in het eerste op de teller plus zeventien interlands) vindt hij het welletjes en besluit (als in zijn jongensjaren) zijn vader te gaan bijstaan in het dierenvoedingsbedrijf, dat  heel Rotterdam kent van de leus ‘Verse waar van Bosselaar”. Tinus bouwt nog twee sezoenen af in Sparta 3 en vervolgens bij RKSV Leonidas. Van zijn opleiding als reclameschilder maakt hij steeds meer gebruik door zijn te bekwamen als kunstschilder. Zozeer zelfs dat hij het op een gegeven moment aandurft om ‘De Nachtwacht’ van Rembrandt na te bootsen.​

Alleen overmacht
Sparta zal hem nooit meer loslaten. Pillend met de veteranen, als elftalleider, als klusjesman, als stadiongids, als clubambassadeur, Tinus zal zich zo lang als hij kan in alle bescheidenheid en met veel humor verdienstelijk maken voor zijn club. Logisch daarom dat Sparta hem in 1999 benoemt tot erelid. Op de tribune, waar hij elke thuiswedstrijd met zijn vrouw Loes is te vinden, ziet hij met lede ogen het verval van ‘zijn’ Sparta aan, maar hij blijft komen en iedereen goede moed inpraten. Alleen overmacht kan hem weerhouden van zijn gang naar Het Kasteel en die treft hem uiteindelijk in vorm van oprukkende dementie, die herstel na een galblaasoperatie verhindert. Op 6 juni 2018 overlijdt de kleine reus Tinus Bosselaar. Zijn besloten uitvaart is vijf dagen later, na een drukbezocht publiek afscheid in de Ridderzaal. Tinus Bosselaar leeft voort in de naar hem genoemde supporterskantine en in de Youtube-zender Bosselaar TV en vooral in de harten van alle Spartanen en zovele anderen die van hem mochten genieten.             ​