fbpx
Home » Kasteelkanjer Bert Jansen

Kasteelkanjer Bert Jansen

27 oktober 2020 - 11:15

In december 2018 maakte Louis Du Moulin onderstaand stuk met en over Bert Jansen, ter nagedachtenis aan de verdediger wordt dit stuk opnieuw gedeeld.

Rond 1970 komen diverse betaald voetbalclubs erachter dat de regio Leiden flink wat jeugdig talent herbergt. Met name Sparta doet er interessante ontdekkingen met de razendrappe Arie van Staveren die wordt weggeplukt bij SV Warmunda en de oerdegelijke Bert Jansen vervolgens die zich bij Roodenburg in de roodwitte kijker heeft gespeeld. Hetzelfde geldt ook voor een andere Roodenburger, te weten Wim Rijsbergen, maar die zal niet voor de Kasteelclub kiezen, maar voor PEC Zwolle.

Bertje Jansen (van 26 februari 1951) heeft bij de junioren vooral naam gemaakt als spits en ook wel als middenvelder en verwacht ook op die posities als profvoetballer te zullen doorbreken. Gedurende zijn eerste optredens in de hoofdmacht (meestal als invaller) behoort de Leidenaar ook tot de aanvallend ingestelde garde. Vervolgens gaat trainer Leo Steegman hem uitproberen als rechtsback, ter vervanging van solide vaste keus Hans Venneker. Waarna Jansen zich al gauw op die plek helemaal thuis blijkt te voelen en zich ook steeds meer zal ontpoppen als een uitstekend alternatief voor ‘Ven’, die op een gegeven moment voor hem zal plaatsmaken en zal doorschuiven naar de middenlinie.

Wanneer Oranje?
De van nature bescheiden Jansen is in de Spartaanse defensie de betrouwbaarheid zelve en in zijn drang naar voren een welkome versterking in de rug van (aanvankelijk) Nol Heijerman en Jerzy Sadek. Vijf seizoenen lang (tussen 1974 en 1978) mist hij geen enkel competitieduel en altijd scoort hij minstens een zeven, niet zelden een acht. Menige Spartavolger dicht hem grotere club dan Sparta toe, alsmede een uitnodiging voor het Nederlands elftal. Zo schrijft journalist Loet van Schellebeek in Het Vrije Volk: ”Wanneer krijgt Bert Jansen nou eens die kans die hij verdient?”
Oranje lijkt voor de Spartaan even in beeld in de aanloop naar het WK in Argentinië. Echter, bondscoaches Happel en Zwartkruis besluiten de voorkeur te geven aan een fors ‘PSV-blok’ met Jan Poortvliet, Ernie Brandts, Adrie van Kraaij, Pim Doesburg en de broertjes Van de Kerkhof.

Bijna naar Ajax
Promotie op clubniveau blijft voor Jansen eveneens uit, nadat zijn naam wel degelijk in verband is gebracht met Ajax, mededoor de overgang van Kasteelheer Cor Brom naar de hoofdstedelijke grootmacht. ,,Brom nam onze spits Ray Clarke al mee naar Amsterdam,” herinnert Jansen zich. ,, Hij moest daarna min of meer kiezen tussen Wim Meutstege en mij. Het werd Wim, dus bleef ik bij Sparta. Jammer? Ach, ik heb daar nooit zo meegezeten. Ik ben altijd naar volle tevredenheid op Het Kasteel gebleven, heb er een geweldige tijd gehad.”

Jansen komt uiteindelijk (tot 1982) tien jaar voor Sparta 1 uit en schopt het tot 285 officiële wedstrijden (inclusief dertien doelpunten). Prijzen heeft hij in die periode niet kunnen pakken, wel heeft hij een schat aan kostbare ervaringen mogen verzamelen. ,,Met Sparta ben ik de hele wereld over geweest,” weet Jansen. ,,Het ene jaar waren we op Jamaica en Haiti en zagen we verschrikkelijke armoede. Een andere keer vlogen we zomaar naar Hong-Kong waar we als vorsten werden ontvangen en onze ogen uitkeken in een compleet andere wereld.”

Zege in Camp Nou
Mooiste voetbalmoment op buitenlandse bodem ligt voor hem wellicht in Camp Nou, de befaamde thuishaven van FC Barcelona. Sparta is daar op 18 februari 1973 te gast voor een ‘friendly’ tegen de ploeg van de net aangetreden ‘kampioenenmaker’ Rinus Michels. Namens de Rotterdammers moet trainer Steegman behoorlijk improviseren omdat zijn noeste middenveldtandem Jan van der Veen-Stef Walbeek geblesseerd is geraakt. Bij gebrek aan andere smaken mogen Bert Jansen en Nol Heijerman de honneurs waarnemen en wat blijkt? Allebei spelen ze een ‘berepartij’, waardoor Sparta na dik negentig minuten met een historische overwinning (0-1) van het veld stapt. ,,Wie kan nou zeggen zoiets te hebben meegemaakt,” blikt Jansen met gepaste trots terug.

Drukkerij
Na zijn carrière als voetballer neemt Jansen als trainer nog verschillende amateurclubs onder zijn hoede. Totdat de eigen drukkerij, waarmee hij inmiddels brood verdient, zoveel tijd begint op te slokken dat het combineren van de twee activiteiten niet meer kan. Waarom hij zijn bedrijf naar Sparta heeft vernoemd? Deels omdat er in ‘zijn’ Leiden al een drukkerij Jansen was, maar toch zeker ook vanwege zijn verbondenheid met de club waar hij furore maakte. ,,Sparta is en blijft een dierbaar stuk van mijn leven. Gouden tijden heb ik er beleefd, ook buiten het veld. Wat denk je van de feestjes in het oude spelershome onder het Kasteel, waar destijds Jan van Lint de scepter zwaaide? Heerlijk!”

Alzheimer
Het tegenovergestelde geldt voor wat hem begin dit jaar overkwam: de harde confrontatie met Alzheimer, die hem noopte te stoppen met werken en zijn ‘bedrijf over te dragen aan zijn dochters. ,,Inmiddels is alles onder controle, ik mag niet klagen,” zegt Jansen heel nuchter. ,,Een van de weinige dingen die ik niet meer kan is autorijden, maar daar hebben we voor als ik naar Sparta wil snel een oplossing voor gevonden. Een andere oud-Spartaan, Leendert de Goeij, die rijdt me, zo praten we lekker bij over onze belevenissen en over onze club.”