fbpx
Home » Reda Kharchouch: ‘Ik wil jongeren motiveren en inspireren’

Reda Kharchouch: ‘Ik wil jongeren motiveren en inspireren’

18 maart 2021 - 15:00

In de zomer van 2020 maakte Reda Kharchouch de transfer van Telstar naar Sparta Rotterdam. De spits wist zich in de schijnwerpers te zetten, nadat hij namens Telstar twintig keer scoorde in 28 wedstrijden. De spits genoot interesse van meerdere clubs, waaronder Sparta. Kharchouch begon met een valse start bij Sparta, doordat hij lang uit de roulatie was door een blessure. Kharchouch vertelt meer over zijn blessure, zijn periode bij Sparta, zijn voorbeeldfunctie en hoe snel dingen kunnen lopen in het leven.

Reda Kharchouch werd pas op vrij late leeftijd profvoetballer. Hij was net 24 jaar geworden toen zijn profcarrière begon. Voor die tijd was Kharchouch ook met voetbal bezig, maar dat was niet het enige wat hem bezighield. “Voor mijn profcarrière was ik als docent aan het werk. Daarnaast trainde ik elke dag met de amateurs en in de avond stond ik zelfs met de jeugdelftallen op het veld. Ik zat al zo’n vier/vijf jaar dicht tegen profvoetbal aan, ik was namelijk twee keer benoemd tot talent van het jaar bij de amateurs en ik was één keer benoemd tot beste speler in het amateurvoetbal, dus het profvoetbal kwam steeds iets dichterbij. Helaas is het een aantal keer door blessures net misgegaan.’

“Het gevoel dat ik ooit nog profvoetballer zou worden, was er wel; ik werkte er elke dag aan. Naarmate ik ouder werd, begon ik wel de hoop te verliezen, maar uiteindelijk kwam het toch nog goed. In het laatste jaar bij OFC, dat was derde divisie zondag, maakte ik twintig doelpunten in zestien wedstrijden. Daardoor waren al vele clubs geïnteresseerd. We speelden tegen FC Emmen voor de KNVB Beker en Dick Lukkien zei toen: ‘Die spits van OFC, die wordt wel wat, maar helaas heeft hij geen betaaldvoetbalachtergrond’. Toen kreeg ik wel weer het geloof in een profcarrière. Als een trainer van de Eredivisie zegt, dat ik zijn gehele achterhoede verslonden heb, dan krijg je wel het gevoel van: ‘Oké, het is misschien nog wel haalbaar.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding
Kharchouch in 2017, als speler van Ajax amateurs.

Kharchouch was voor zijn periode als voetballer actief als gymdocent. Hij was veel bezig met lichamelijke opvoeding en genoot van vrijwel elke sport. Maar ook vindt hij het belangrijk om iets mee te kunnen geven aan de jeugd. “Lichamelijke opvoeding was altijd al één van mijn sterkste vakken en ik was altijd bezig met de sport. Buiten liep ik altijd met een bal aan mijn voeten en ik werkte ook veel met jongeren uit mijn eigen wijk. Voor mij was het de ideale baan om ook, buiten het voetballen om, wat te kunnen presteren.”

Kharchouch heeft altijd gezegd dat hij graag een voorbeeld wil zijn voor jongeren, zo vertelt hij verder: “Ik wil ze graag meegeven dat ze nooit moeten opgeven en dat je altijd dromen waar kan maken. Ik ben zelf opgegroeid als een jongen met een moeilijke achtergrond. Zelf ben ik er gelukkig goed uitgekomen, maar al mijn vrienden zijn geen lieve jongens. Ik ben opgegroeid in een wijk, waar niet zomaar iedere jongere makkelijk kan opgroeien. Ik heb zelf de kans gekregen vanuit mijn familie, vrienden en met sociale netwerken. En dat probeer ik zelf ook over te dragen naar jongeren uit de buurt. Ik krijg ook vaak berichten als: ‘Hé Reda, hoe ben je prof geworden?’ Dat vind ik dan ook leuk om te delen. Ik wil jongeren inspireren en motiveren om door te gaan. Al haal je het niet tot profvoetballer, ook als amateur kan je leuk geld verdienen, leuk voetballen en voor een aantal duizend toeschouwers voetballen. Dus geef het nooit op. Kijk maar naar mijn CV, ik ben begonnen als laatste man en ik heb heel wat jaren op die positie gevoetbald. Pas als senior werd ik een spits, toen begon het voor mij te draaien. Ik heb hard gewerkt, ik werkte elke dag aan mijn techniek en ik was elke dag op het veld. Ik ging zelfs met kinderen van een jaar of twaalf voetballen op het plaatselijke Johan Cruyff-veldje, omdat zij ook een goede tegenstander zijn. Ik ging van alles doen en gaf nooit op. Ik had voor mezelf als doel: ‘Als profvoetbal komt, dan komt het. Maar als dat niet lukt dan ga ik de allerbeste amateurvoetballer ooit worden.’ Die naam kan je ook krijgen.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding

De eerste periode bij Sparta bestond voor Kharchouch uit veel ups en downs, misschien nog wel meer downs, dan ups. Hij had zichzelf de begintijd bij Sparta anders voorgesteld. “Ik wou voor mijzelf natuurlijk graag de lijn van vorig jaar doorzetten: doelpunten maken, doelpunten maken en doelpunten maken. Daarnaast wilde ik natuurlijk graag belangrijk zijn in de Eredivisie, omdat ik denk dat ik eindelijk klaar ben voor dat niveau. Toen liep ik tegen een blessure aan, die vier maanden zou duren. Dat had heel veel impact op mij, ook mentaal. Daar heeft het coronavirus ook invloed op gehad, want we konden niet veel oefenwedstrijden spelen. Mijn laatste negentigminutenwedstrijd dateert van bijna een jaar geleden, dat was op 13 maart volgens mij. Dus ja, ik heb dubbele gevoelens. Ik ben er sterker uitgekomen qua spiermassa en ook lichamelijk, maar qua voetbal en longinhoud voel ik mij nog niet de oude Reda.”

Ook het revalideren zelf was erg zwaar voor de spits, zo vertelt Kharchouch verder: “Ik was als eerste op de club en ik ging ook als laatste weg. Ik was 9 uur ‘s ochtends al op de club ik ik ging pas rond 4 uur ‘s middags weg. Het waren voor mij heel lange dagen en het maakte mij ook mentaal kapot dat ik niks met de bal kon doen. Elke dag moest ik dezelfde oefeningen doen, dat is mentaal zwaar voor een voetballer. Je wil gewoon het team helpen. Die tijd draaiden we ook niet lekker met Sparta, dat was in het begin van dit seizoen. We maakten niet veel doelpunten en dan denk je bij jezelf: ‘Misschien ben jij dan wel de reddende engel.’ Maar het kwam er maar niet van, ik raakte er steeds gefrustreerder door. Lichamelijk zit het nu wel goed, ik kan gelukkig weer wedstrijden spelen. Ik blijf toch de jongen met de grote glimlach als hij presteert, dus ik wil zo snel mogelijk belangrijk zijn voor het elftal.’